Stijn Klein titel : Stijn Klein
categorie : 8+ (AVI 6 - oude indeling leesniveau)
pagina's : 53
illustraties : Jaap de Vries
uitgeverij : Zwijsen (serie Spetter)
1e druk : 2001
ISBN : 90 276 8897 4

Dit is zijn kans. Hij moet denken aan zijn grootste wens, anders is het dadelijk te laat. Stijn kruipt in zijn hoofd en leest wat er in koeienletters staat: IK WIL GROEIEN !


Stijn heet niet alleen Klein, hij is ook klein. Hij wil groeien en snel ook. Kleren op de groei, groeimiddel, hij probeert het allemaal. Tot zijn grote verdriet helpt niets. Dan komt er een nieuwe jongen in zijn klas: ellenlange Jelle. Die heeft ook een probleem. Gelukkig komt de Wensbus. 


Recensie
'Klein zijn' voor zijn leeftijd beheerst het hele leven van Stijn. Dit wordt versterkt wanneer Jelle, die heel lang is, bij hem in de klas komt. Samen proberen ze van alles om langer cq. korter te worden. Maar bij het spelen blijkt dat klein zijn ook z'n voordelen heeft en dat je karakter veel belangrijker is. Met gevoel en veel humor geschreven verhaal waarin verteld wordt hoe je lichaamslengte je leven kan beheersen. Zo hoeft Stijn maar het woord groter of groeien te horen om dit vervolgens op hem zelf uit te proberen (groeizaam weer, dus loopt Stijn lang in de regen, pokon oplossen in melk). Ook eet hij alleen maar "lang eten": sperziebonen, patat, etc.) De moraal komt aan het eind wanneer blijkt dat je niet beoordeeld wordt op je lengte maar op hoe je bent. Hierin speelt m.n. oma die in een rolstoel zit, een grote rol.
Vrij groot lettertype, duidelijke bladspiegel, helder taalgebruik en negental enigszins absurdistische, naïeve zwart-witillustraties. Leuk en humoristisch verhaal, dat kinderen met een afwijkende lichaamslengte zeker een hart onder de riem kan steken. Vanaf ca. 8 jaar.

Didi Klijnsma-de Boer, Nederlands Bibliotheekdienst, 12-7-2001

Fragment

Gauw gaat Stijn de spellendoos halen.
Opa doet niet mee met ganzenborden.
Hij loopt door de kamer op en neer, als een tijger in zijn kooi.
'Ga toch eens rustig zitten, Hans.'
'Nee, het moet stoppen met regenen.
Ik wil weer aan het werk in de tuin. Ik moet nog zoveel snoeien.'
'Ach, dan doe je het dit jaar wat minder.'
'Nee, Eva, snoeien moet, want snoeien doet groeien.
De planten groeien veel beter als je ze snoeit.'
Wat zegt opa nu?
'Stijn, je let niet op.
Je moest een beurt overslaan,' zegt oma.
'Dat is waar, het spijt me, oma.'
'Wil je nog wat sinas voor me halen, Stijn?
En neem zelf ook een glaasje.'
'Goed, oma.'
Stijn staat op en loopt naar de keuken.
Op het aanrecht ligt een grote schaar, de snoeischaar van opa.
Hij is loeizwaar.
Waar moet Stijn precies snoeien?
Hij moet natuurlijk op de goede plek snoeien.
Als hij zijn hoofd verkeerd snoeit, krijgt hij misschien een punthoofd.
Zou dat snoeien geen pijn doen?
Planten kunnen geen 'au' roepen.
Stijn heeft het tenminste nooit gehoord.
Maar als het bij mensen wel pijn doet?
Met alle kracht buigt hij de enorme armen van de schaar open.
Hij tilt de schaar boven zijn hoofd.
Misschien doet het zelfs wel erg veel pijn.
Niets aan te doen, het moet.
Heel langzaam begint hij de zware schaar dicht te duwen.